Water
In de boer en bos-wandeling in en rond Het Leen focussen we op het water. We zullen er namelijk heel wat passeren. Er is natuurlijk het schipdonkkanaal dat als een lijn door het meetjeslandse landschap trekt en de verschillende hengelvijvers. Maar Het Leen als bosgebied op zich bevat ook zeer veel water.
Water
Bosinfocentrum Het Leen
9 km
Niet zo geschikt voor rolstoelen, kinderwagens. We passeren veel verharde stukken. Maar ook oneffen en nattere paden.
In Het Leen staan loof- en naaldbomen kriskras door mekaar lijkt het wel. Dat was ooit anders. In het meetjesland werd vroeger vooral naaldbos geplant om dat hout te gebruiken voor de mijnbouw in het zuiden van België. Daarna werd er opnieuw voor loofbos gekozen. Daarom bestaan Het Leen en ook vele andere meetjeslandse bosgebieden vaak uit een lappendeken van deze verschillende begroeiing.
Het Leen is oorspronkelijk een nat, moerassig gebied. Toch staan we hier niet met onze voeten in het water. Daar zitten de bomen hier natuurlijk voor een groot stuk tussen. Zij hebben ook veel water nodig om te groeien en trekken zo de grond droog.
kan jij enkele naalden én enkele blaadjes van loofbomen vinden binnen een afstand van 100 meter?
Via deze indrukwekkende populierendreef verlieten we net het provinciaal domein. Populieren zijn bomen die graag natte voetjes hebben, wat met deze ondergrond dan ook geen probleem is. Deze soort is vaak hoog en opvallend terug te vinden in het landschap. Vanaf midden 18e eeuw werden populieren meer en meer aangeplant in dreven als deze. Net met de reden dat deze boom snel groeit en dus vlug een mooie landschappelijke waarde krijgt. Ook schilder Vincent Van Gogh dacht hier zo over en de boom kreeg een plek in verschillende schilderijen van hem. Deze Populierenlaan bij zonsondergang uit 1884 zou zo op deze plek zijn kunnen geschilderd, niet?
Het Schipdonkkanaal wordt ook wel eens de Stinker genoemd in de volksmond. Vlasboeren gebruikten dit kanaal om er hun vlas in te laten rotten en dat verspreidde geen aangename geur, vandaar de naam Stinker, gelukkig is dat nu niet meer het geval. De graafwerken van dit kanaal begonnen in 1842 en waren geen pretje. Tijdens het graven zongen de arbeiders verschillende ‘snijdersbankliedjes’ om het werken vooruit te laten gaan. Eén daarvan is ‘leve het kanaal’, eerder cynisch bedoeld dus. Het kanaal verbindt de Leie met de Noordzee en voert overtollig water van de Leie af.
“Wroeten in d’aarde en graven de dijk
Weinig het loon en overal slijk
Overal slijk, graven de dijk
Water in ’t rond
Heel groot stuk grond
En dat wordt de blinker en stinker van het Belgenrijk” (tekst liedje)
Tijd om uit te rusten en zelf eens iets te drinken onder de schaduw van deze kapelboom! Als je er op gaat letten, merk je dat kapellen steeds geflankeerd worden door een boom. Deze bomen dienen als oriëntatiepunt, zo konden mensen deze kapellen makkelijker terug vinden. Naast deze kapel stond vroeger een treurwilg. Deze werd een bedreiging voor de kapel en werd vervangen door een olm (=Iep).
Een stukje geschiedenis; gravin Maria-Theresia maakte in de 18e eeuw echt werk van het bebossen van Het Leen. Onder haar bewind werden grachten uitgegraven in het gebied, op de hoger gelegen gebieden werden bomen geplant. Die grachten en heuvels zijn er nog steeds en worden rabatten genoemd. Die zijn er in Het Leen, maar ook in de andere bosgebieden van het meetjesland. Deze maatregel is er dus speciaal voor natte bosgebieden als Het Leen. Als de bomen groot zijn, verdwijnen de rabatten vaak een beetje. Ze zijn dan ook niet meer zo nuttig.